Voorbeelden van het gebruik van Je bent in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar je bent een dief.
Je bent geluidsdoof, want dat zei ik niet.
Je bent een terrorist.
Je bent een goede zuster, Annie.
Je bent neergestoken.
Je bent hier.
Je bent met de dochter van een drugsbaas getrouwd?
Je bent een kunstenaar.
Weet je watF Je bent een wolf en geen prins.
Of je bent beroofd… of het was een zware dienst?
Je bent aan het juiste adres,
Je bent hier niet voor een knip- of scheerbeurt?
Je bent gearresteerd!
Je bent een dikke, stomme agent in een klein stadje.
Je bent geweldig.
Je bent gepakt met een kilo puur.
Je bent opgeleid, geprogrammeerd om bevelen op te volgen.
Je bent als de zoon die ik nooit heb gehad.
Je bent met hem bevriend?
Je bent om elf uur hier, begrepen?