Voorbeelden van het gebruik van Maand in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
- 
                        Colloquial
                    
 - 
                        Official
                    
 - 
                        Medicine
                    
 - 
                        Financial
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Official/political
                    
 - 
                        Computer
                    
 - 
                        Programming
                    
 
Doe een maand lang niks overhaasts.
Toen een maand later, niets meer.
Volgende maand mag Filip beginnen bij mijn pa.
Een maand gips is genoeg.
Afgelopen maand was ons jubileum.
Een maand lang mocht ik niet bij haar komen.
Kun je nog een maand op het geld wachten?
Maar over een maand gaan we verder.
Vanaf volgende maand?
De ruimte voor mijn acteerschool is pas over een maand klaar.
Een maand.
Die proteïnevoorraad moet nog een maand mee.
Ik ontvang niemand meer tot de volgende maand.
Ik ben nog een maand minderjarig!
De resultaten van de indeling iedere maand aan de Minister overmaken.
Mijn verjaardag is pas volgende maand.
We verwachtten jou pas volgende maand.
ik zou zeggen een maand.
Ze pleegde zelfmoord een maand na jou.
Hij is nog niet 18 jaar in ieder geval tot volgende maand?