Voorbeelden van het gebruik van Ontkomen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij kon ontkomen.
Vier anderen zijn ontkomen nadat ze twee agenten hadden vermoord.
Raben is ontkomen.
Ze is ontkomen.
We hebben een vermoeden dat hij naar het buitenland ontkomen is.
En als ze niet is ontkomen?
Hoe heb je kunnen ontkomen?
Je kunt niet ontkomen.
Misschien is ze ontkomen.
Ik heb op hen geschoten, maar ze zijn ontkomen.
Laat 'm niet ontkomen.
Ik ga naar de politie en zeg dat ik ontkomen ben.
De mens kan z'n lot niet ontkomen.
Hoe zijn jullie ontkomen aan de vloek?
Ontkomen was de bedoeling niet.
Ze komen bij een versperring en kunnen ontkomen, maar de wagen raakt zwaar beschadigd.
Hij is ontkomen, maar we hebben wegblokkades opgezet.
Shepherd kan niet ontkomen met wat ze ons heeft aangedaan.
Laat haar niet ontkomen.
Ene Lorinda, maar ze kon ontkomen.