Voorbeelden van het gebruik van Raar in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Raar, mijn eend is dood, en niemand die het iets kan schelen.
Het is raar, maar dokter Chase kijkt in je keel.
Was het niet raar dat ze haar ogen dichthield?
Het is raar wat je mist als je weg bent.
Waarom kleed jouw zus zich zo raar nu?
Raar, maar niet alermerend.
Raar dat zij jouw naam wist.
Een beetje raar, jongen.
Het is wel een beetje raar, vind je niet?
Dat is raar. Ik dacht dat je deze maand geen olijven lustte.
Dus dit is raar.
Je doet raar.
Omdat we raar spreken, ons raar kleden en we arm waren.
Raar en angstaanjagend.
Natuurlijk is 't raar dat 'n volwassen man de ander een cadeautje geeft.
Dat is raar omdat hij zo precies is met z'n aangifte.
Het is raar, ik kan niet meer eten of slapen.
dat klinkt een beetje raar.
Maar eerst moet u iets weten. En het is raar.
Vind je niet dat dit vlees raar smaakt?