Voorbeelden van het gebruik van Raar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Raar, die man leeft op het vliegveld. Jullie krijgen de groeten.
Het voelt raar om hem af te doen.
Is het niet raar, of zo?
Raar om Deacon met 'n ander te zien spelen.
Maris is een beetje raar.
En m'n relatie met Ted is nog steeds raar.
Je bent raar als je uit dat vat drinkt.
Iedereen vindt ons al raar genoeg zonder een beer.
Was het raar dat hij er was?
Het klinkt raar, maar ik denk echt dat hij veranderd is.
Het is raar, maar Brad en ik.
Dit is raar om met jou over te praten, nietwaar?
Hij heeft 'n vrouw en een maîtresse, da's raar.
Lantaarnvissen zijn raar.
Deze Cass kijkt me raar aan.
Weet je wat raar is met dode mensen? Oké?
Het is raar, maar het is beleid.
Vind je het raar dat ik 'm lingerie geef?
Ik ben raar, ik ben pragmatisch.
Het klinkt raar, ik weet het, maar we kunnen alles uitleggen.