VREZEN - vertaling in Frans

craindre
vrezen
bang
angst
vrees
vreezen
klote zijn
huiverig
craignent
vrezen
bang
angst
vrees
vreezen
klote zijn
huiverig
ont peur
bang
te vrezen
bang hoeven te zijn
schrik hebben
bevreesd zijn
doodsbang zijn
angst hebben
angstig te zijn
redoutent
vrezen
bang
craignons
vrezen
bang
angst
vrees
vreezen
klote zijn
huiverig
craignez
vrezen
bang
angst
vrees
vreezen
klote zijn
huiverig
redouter
vrezen
bang
avoir peur
bang
te vrezen
bang hoeven te zijn
schrik hebben
bevreesd zijn
doodsbang zijn
angst hebben
angstig te zijn
redoutons
vrezen
bang
avons peur
bang
te vrezen
bang hoeven te zijn
schrik hebben
bevreesd zijn
doodsbang zijn
angst hebben
angstig te zijn
a peur
bang
te vrezen
bang hoeven te zijn
schrik hebben
bevreesd zijn
doodsbang zijn
angst hebben
angstig te zijn

Voorbeelden van het gebruik van Vrezen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Omdat ze vrezen van wat je bent geworden.
Parce qu'elles craignaient ce que vous deveniez.
al uw mannen aan onze zijde vrezen ze u ook.
vos hommes à nos côtés, ils vous craindront aussi.
Hij is de piraat die alle piraten vrezen.
C'est le pirate craint de tous les pirates!
Ze zullen de dood niet vrezen.
Ils ne craindront pas la mort.
Is het waarvoor we vrezen?
C'est ce qu'on craignait?
Zullen jullie dan iemand anders dan God vrezen?
Craindriez-vous donc, d'autres qu'Allah?
Hij moet niets vrezen.
Il craint rien.
Je baby moet niets vrezen, beloofd.
Ton bébé ne craint rien, promis.
Zullen jullie dan iemand anders dan Allah vrezen?
Craindriez-vous donc, d'autres qu'Allah?
Ze vrezen zilver.
Ils ont peur de l'argent.
Het doet me vrezen voor alle Sioux.
J'ai peur pour toute la tribu sioux.
Kan men vrezen te veel te doen?
Peut-on craindre de trop faire?
Een wereld tussen wat we weten en vrezen.
Un mélange de ce que nous connaissons et ce que nous redoutons.
Je razernij deed me vrezen voor haar geestestoestand.
Tu étais dans une telle rage que j'ai craint pour son état mental.
Pablo kon nu iemand vrezen: ons.
Pablo avait maintenant quelqu'un à craindre: nous.
Volgens mij omdat ze de dood vrezen.
Parce qu'il a peur de la mort.
Je moet niets vrezen.
T'as rien à craindre.
Moeten we nog iets vrezen?
Autre chose à craindre?
Heer, u moet de schaduwen niet vrezen.
Mon bon seigneur, n'ayez pas peur des ombres.
Waarom zou hij Zijne Majesteit moeten vrezen?
Pourquoi devrait-il vous craindre?
Uitslagen: 865, Tijd: 0.0808

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans