Voorbeelden van het gebruik van Zeg hem in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Goed, ik zeg hem dat we niet komen.
Zeg hem niet dat ze beschaamd is.
Ik zeg hem dat je er niet bent.
Zeg hem dat ik geen vlees mag eten.
Zeg hem dat hij, als hij van me houdt… vaker moet schrijven.
Zeg hem niets over de' Hollow man' te schrijven.
Ik zeg hem dat het voor een schoolproject is.
Zeg hem maar niet dat het jouw huis is.
Zeg hem… Dat we net zijn begonnen.
Zeg hem dat we sterke mannen voor het Sonderkommando zijn.
Bel je man terug en zeg hem dank, maar nee, bedankt.
Zeg hem dat ik eraan kom.
Of nee, zeg hem maar niks.
Zeg hem dan.
Ik zeg hem dat jouw vader die steenpatrijzen heeft geschoten.
Ik zeg hem dat ik nog iets onderzoek voor mijn oude baas.
Zeg hem dat de baby eraan komt.
Freya… zeg hem dat het bureau voor toerisme weet waar ik ben.
Zeg hem, Watson.
Zeg hem, dat het mij spijt dat ik hem achterliet.