ZIJ ZIJN - vertaling in Frans

• ils sont
• ils ont
• ils constituent
• il s'agit
• il est
• ils seront
• ils soient

Voorbeelden van het gebruik van Zij zijn in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Zij zijn hier wel thuis.
Eux, ils sont chez eux..

Zij zijn de echte slechteriken.
Ce sont eux les vrais méchants.

Zij zijn de moordenaars, niet wij.
Ce sont eux les meurtriers. Pas nous. C'est impossible.

Zij zijn de sleutel.
Ce sont elles, les clés.

Zij zijn mijn leven.
Elle est toute ma vie.

Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2005.
Il s'applique à partir du 1er janvier 2005.

Zij zijn allen gezakt voor deze test.
Tous ont échoué à cette épreuve.

Maar, zij zijn weggerend.
Mais ils se sont enfuis.

Zij zijn daar ook.
Elles seront là, mais.

Zij zijn mijn verantwoordelijkheid niet meer.
Ils ne sont plus de ma responsabilité.

Zij zijn alle begonnen met het ten uitvoer leggen van de in het regelgevingspakket neergelegde beginselen.
Elles ont toutes commencé à appliquer les principes définis dans la réglementation.

Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 1995.
Elles seront applicables à partir du 1er janvier 1995.

Zij zijn gemaakt om te kussen… niet voor verachting.
Elle a été faite pour le baiser, et non pour le mépris.

Zij zijn verantwoordelijk voor deze situatie.
Ce sont eux les responsables de la situation.

Zij zijn de Magische Machten, niet jij.
Ce sont elles, les trois sorcières, pas toi.

Zij zijn degenen die zo laag vliegen!
C'est eux qui volent aussi bas!

Zij zijn degenen die Gabe net beschoten.
Ce sont eux qui ont tiré sur Gabe.

Zij zijn de monsters.
Ce sont eux, les monstres.

Zij zijn de dieven!
C'est eux les voleurs!

Maar zij zijn schuldiger dan ik zou kunnen zijn..
Mais eux, ils sont plus coupables que moi.