Voorbeelden van het gebruik van Zijn het in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De meeste mensen zijn het daar mee eens.
Jullie zijn het FBI.
De Ierse wapens zijn het enige wat ze tegenhoudt.
Jullie zijn het eens, dat is pas eng.
We zijn aan het wegstrepen wie bij Trot was vannacht?
Omdat jullie in staat zijn het te doen en omdat… ik het verwachtte.
Oh, dus jullie zijn het eindelijk eens over een naam?
We zijn voor het donker terug?
Sommige etsen zijn na het drukken met de hand ingekleurd.
Jullie zijn het beste wat me ooit is overkomen.
Zij zijn het!
En wij zijn het niet die gestraft worden.
Nou… De doden zijn het niet met je eens.
Dat zijn het ook.
Wat een wonder. Jullie zijn het eens.
Nu zijn het alleen nog, wij twee.
We zijn het gewoon niet eens, respectvol.
Zijn het de Engelsen?
Zijn het bekenden van de politie?
Zijn het de andere commissarissen?