Voorbeelden van het gebruik van Zijn schuld in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het was niet zijn schuld, wat hij deed.
Het was niet zijn schuld, hij kon er niet onderuit.
Twijfel je aan zijn schuld?
Dus het was niet zijn schuld?
Het was niet zijn schuld!
Rambo zijn schuld!
Zijn schuld.
Het was niet zijn schuld, meneer.
Dit is vader zijn schuld, okee?
Dus het is allemaal zijn schuld en jij bent onschuldig?
En zijn schuld haalt 't niet bij de jouwe.
Wie zijn schuld dan wel?
Zijn schuld, Harm.
Maar het is niet zijn schuld, oke?
Daniel zijn schuld.
Oliver, dit was Steve zijn schuld niet.
dat is niet zijn schuld.
Mijn broer… het is niet zijn schuld.
Het was zowiezo zijn schuld.
Korkin, het is niet zijn schuld.