ANTICIPEREN - vertaling in Spaans

anticipar
anticiperen
verwachten
anticipeer
vooruitlopen
voorzien
inspelen
te vervroegen
vooruit
voorschieten
anticipación
anticipatie
tevoren
verwachting
afwachting
anticiperen
vooruit
vooraf
voorhand
vooruitlopen
anticipation
esperar
wachten
hopen
rekenen
hopelijk
uitkijken
je US$
prever
voorzien
bepalen
voorspellen
anticiperen
voorschrijven
worden vastgesteld
worden verwacht
plannen
bedoeld
adelantar
vooruit
vervroegen
voorschieten
inhalen
vooruitlopen
vooraf
voorschot
naar voren
verhaasten
doorspoelen
previsión
prognose
voorspelling
afwachting
raming
weersvoorspelling
vooruitziendheid
vooruitzicht
forecasting
verwachting
voorzorg
anticipan
anticiperen
verwachten
anticipeer
vooruitlopen
voorzien
inspelen
te vervroegen
vooruit
voorschieten
anticipando
anticiperen
verwachten
anticipeer
vooruitlopen
voorzien
inspelen
te vervroegen
vooruit
voorschieten
anticipamos
anticiperen
verwachten
anticipeer
vooruitlopen
voorzien
inspelen
te vervroegen
vooruit
voorschieten
esperan
wachten
hopen
rekenen
hopelijk
uitkijken
je US$
adelantamos
vooruit
vervroegen
voorschieten
inhalen
vooruitlopen
vooraf
voorschot
naar voren
verhaasten
doorspoelen
previendo
voorzien
bepalen
voorspellen
anticiperen
voorschrijven
worden vastgesteld
worden verwacht
plannen
bedoeld
espera
wachten
hopen
rekenen
hopelijk
uitkijken
je US$
esperando
wachten
hopen
rekenen
hopelijk
uitkijken
je US$
prevén
voorzien
bepalen
voorspellen
anticiperen
voorschrijven
worden vastgesteld
worden verwacht
plannen
bedoeld

Voorbeelden van het gebruik van Anticiperen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Succesvol beleggen is anticiperen op de anticipaties van anderen.
La inversión exitosa se anticipa a las anticipaciones de los demás.".
Ochtendmensen anticiperen ook op problemen en proberen ze te minimaliseren.
Las personas de la mañana también se anticipan a los problemas y tratan de minimizarlos.
Leer anticiperen op mogelijk explosieve situaties.
Aprende a anticipar situaciones potencialmente explosivas.
Leer anticiperen, McGee.
Aprende a anticipar, McGee.
Het anticiperen op deze ontwikkeling zie ik als een goede zaak.
Me parece muy bien que se anticipe a este desarrollo.
Sommige staten anticiperen al op deze mogelijkheid en zijn crafting solutions.
Algunos estados ya están anticipando esta eventualidad y están elaborando soluciones.
Ochtendmensen anticiperen ook op problemen en proberen ze te minimaliseren.
Descubrió que por la mañana la gente también se anticipa a los problemas y trata de minimizarlos.
Ochtendmensen anticiperen ook op problemen en trachten hen te minimaliseren.
Las personas de la mañana también se anticipan a los problemas y tratan de minimizarlos.
Zwangere vrouw met haar houdende van echtgenoot in een gelukkig anticiperen.
Mujer embarazada con su marido cariñoso en una anticipación feliz.
Ontdekken, begrijpen en anticiperen.
Descubrir, entender y adelantarse.
een schaduw die achteruit komt van het anticiperen op succes.
una sombra proyectada hacia atrás desde la previsión de éxito.
Wij weten dat jullie een grote sprong voorwaarts anticiperen, en het zal zeker plaatsvinden.
Sabemos que están anticipando un gran avance, y éste ciertamente tendrá lugar.
Je moet samen nieuwe concepten ontwikkelen en anticiperen op de veranderingen in de markt.
Es preciso desarrollar nuevos conceptos y anticiparse a los cambios del mercado.
De toekomst van leiderschap: anticiperen op 2030.
El futuro del liderazgo: anticipándonos al año 2030.
Daarom kan de industrie beter anticiperen op dat toekomstig beleid.
Por ello, es preferible que la industria se anticipe a esa política futura.
Je moet elk detail over je klanten kennen en anticiperen op de toekomst.
Tienes que conocer todos los detalles de tus clientes y predecir el futuro.
Misschien had je wat beter moeten anticiperen!
¡Tal vez debiste esforzarte más tratando de anticipar!
De toekomst van leiderschap: anticiperen op 2030.
Siguiente El futuro del liderazgo: anticipándonos al 2030.
De toekomst van leiderschap: anticiperen op 2030.
El futuro del liderazgo: anticipándonos al 2030.
Uit te blinken in het anticiperen, snel en concurrerend inspelen op de behoeften van de student
Para sobresalir en anticipar, responder con rapidez y de manera competitiva
Uitslagen: 1528, Tijd: 0.1242

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans