Voorbeelden van het gebruik van Het is stom in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ja. het is stom.
Ik weet het niet, het is stom.
Nee, nee, het is stom.
Het is stom dat we ruzie kregen over denkbeeldige dingen.
Het is stom en haar gezicht is kapot.
Het is stom om iets wat nooit bestond opnieuw te beginnen.
Ik weet het, het is stom.
Het is stom.
Het is stom, ik weet het, maar ik blijf maar vergeten.
Ik haat de toekomst, het is stom.
Niks. Het gaat wel. Het is stom.
Het is stom.
Het is stom, maar daar leven ze voor.
Het is stom, ik geef ze namen.
Je zei,"nee, het is stom,".
Ik heb het opgegeven, het is stom.
Maar ik had wel een idee, maar het is stom.
Het is stom, maar ik voel me zo goed.
Het is stom, maar nu heb je ook iets lekkers.
Ik wil niet spelen want het is stom.