Voorbeelden van het gebruik van Ik ben echt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ben echt verliefd op haar :3.
Ik ben echt heel blij.
Ik ben echt gelukkig dat…
Ik ben echt, echt blij
Ja, ik ben echt gelukkig hier.
Ik ben echt verslaafd aan zijn nieuwe show.
Ik ben echt mijn scherpte kwijt.
Ik ben echt bij Fairy Tail!
Ik ben echt en ik ben hier.
Ik ben echt niet goed met Mexicanen, Carl.
Ik ben echt een dokter.
Ik ben echt heel blij dat die behandeling voor jou werkt.
En ik ben echt goed.
Daar heb ik geen tijd voor. Zie je, ik ben echt geen speelvogel.
Jezus, ik ben echt een domkop!
Goh, ik ben echt lekker op weg met dit vrijgezellenfeestje.
Ik ben echt, niet een hallucinatie.
Ik ben echt erg slaperig, pap.
Ik ben echt fier op jou.