Voorbeelden van het gebruik van Ben in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar in mijn hart, ik ben een gamer.”.
en hier ben ik de baas.
Nee, nee, ik ben de dokter.
Ben je een natte deken geworden,
Ben je iets thuis iets vergeten van badpak
m'n familie van je nieuwe vrienden te redden… of ben je net zo laf geworden als zij?
maar nu ben je hem kwijt.
vroeg hij haar:"Waarom ben je gevallen?".
Ben jij niet degene die zei dat zij niets meer zijn dan vee voor ons?
Op de dag van de bruiloft ben je verantwoordelijk voor het verzorgen van de ring voor de bruid
Misschien ben ik dapper genoeg om te vertrouwen
Voor een Ier ben je niet een echte prater…
Ben jij een van de 16 000 producenten van Franse champagne of van mousserende wijn uit een ander EU-land?
het kantoor waar je werkt, ben je verbonden met je team,
Zeg mij als ik verkeerd ben, hielp jij hem niet bij die helikopteraankoop?
Vorige week ben ik in Liberia geweest,
Da's dan grappig want, eigenlijk ben jij het… die Sappig Fruit verkiest, Bulldog.
Ik weet dat je je afvraagt waar ik geweest ben en ik weet dat verstrooid
Niemand, al ben je Warren Buffet
Als ik in het gezelschap van een mooie vrouw ben, zoals jij… zou ik haar misschien wel vragen