Voorbeelden van het gebruik van Ik vraag het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik vraag het op de man af, Reg,
Ik vraag het je één keer.
Ik vraag het nog een keer, admiraal.
Alsjeblieft, ik vraag het voor de laatste keer.
Ik vraag het jou, Harvey.
Ik vraag het nog eens, wat overkwam je, broeder?
Raoul… ik vraag het je één keer netjes.
Ik vraag het voor een vrouw die vermoord werd.
Ik vraag het, omdat ik moet weten
Ik vraag het één keer: Waar is Patrizia?
Ga nu aan de kant, ik vraag het niet nog eens.
Ik vraag het als vriend.
Ik vraag het je.
Ik vraag het nog een keer.
Ik vraag het je als vader.
Ik vraag het aan jou.
Ik vraag het nog een keer: Waar is ze?
Ik vraag het om vandaag iets te hebben om naar uit te kijken.
Ik vraag het.
Ik vraag het nog een keer.