Voorbeelden van het gebruik van Is de baas in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Cassidy is de baas maar we hebben vrijheid zat.
Rufus is de Baas van Eudes Clotaire, en ik.
Roosevelt is de baas van het leger.
Wie is de baas in je huwelijk?
Wie deelt hier de bevelen uit? Wie is de baas?
Wie is de baas op school?
Meneer, is de baas binnen?
Alleen Timmy is de baas van alle vossen en alle beren.
Howard is de baas van het project waaraan ik werk.
Zij is de baas.
Siri, wie is de baas van het heelal?'.
Waar is de baas man?
Saul Berenson is de baas van de Midden-Oosten divisie in de CIA.
Daar is de baas.
Deze man werkt voor mij. Maar hij is de baas.
Hij is de baas in dit deel van de stad.
Waar is de echte baas?