Voorbeelden van het gebruik van Rustig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Rustig, Stewie, de dokter heeft mij dit gegeven zodat je wat kunt bewegen.
Rustig aan en leun naar achteren een beetje maar,
Rustig, in het ergste geval glijd je uit
Rustig nou, dat is gewoon voor de veiligheid van iedereen.
Rustig, ze denken gewoon dat ik waarzegster ben.
Peter, rustig. We doen wel wat jij wil.
Doe rustig, het spijt me, ik verontschuldig mij.
Rustig, het zijn je vrouwelijke delen maar die wakker worden uit hun winterslaap.
Rustig. Schreeuw je niet meer
Rustig aan Brian, ik geloof dat ik Chris net zie.
Rustig, oplichter van 'n moddervreter!
Rustig, wil je? Zie je een SWAT team buiten?
Rustig, hoe kan iemand zo paranoïde zijn voor ze high zijn?
Rustig, ik heb niks tegen Kerst.
Rustig, Ray. Dit zijn mijn mensen!
Rustig rijk jochie ik ben niet rijk!
Rustig. Wat kan er nu gebeuren?
Rustig. 't is jouw probleem niet.
Rustig, Walter. Wie?
Rustig, de Handelsraad heeft hem nog niet beëdigd.