Voorbeelden van het gebruik van Rustig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Rustig man… Ik ben een flik.
Rustig, Castle. Wees voorzichtig.
Gaat u rustig mee of niet?
Rustig, Butch. Hij heeft probleempjes.
Geef antwoord. Rustig aan, Gildardo!
Alles rustig aan het Dryden front? Dus.
Moet ik rustig zijn?
Rustig aan, Rick!
Ik wilde dat het eindelijk rustig zou zijn, dat jij het op zou geven.
Rustig, Mick.
Rustig, Carlos, je doet jezelf nog pijn. Bilardo?
Heel rustig als ik om de twee minuten moet kotsen.
Ja? Rustig aan, Bowtie?
Rustig Marge Ik ging hem niet vermoorden.
Rustig aan. Beschrijf hem voor me.
Rustig, we gaan hem zoeken.
Rustig mijn vriend.
Rustig, Dirty Harry Winston.
Rustig, Hate'Em.
Mag ik rustig m'n koffie opdrinken?