AFABLE - vertaling in Nederlands

• vriendelijk
• minzame
• sympathieke
• zachtaardige
• beminnelijke
• aardig
• goedmoedig
• aimabel
• minzaam
• vriendelijke
• beminnelijk
• zachtaardig

Voorbeelden van het gebruik van Afable in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Este afable rostro de aquí pertenece al general Cucombre.
Dat charmante gezicht behoort toe aan generaal Cucombre.

Cariñoso y afable describe el husky siberiano.
Aanhankelijk en goedaardig beschrijft de Siberische Husky.

Por la sonrisa afable;
Voor prettige glimlach;

Tan débil y afable.
Ze is zo zwak en meegaand.

Muy dulce y afable.
Zeer zoete goedaardig en.

Es afable.
Het is vriendschappelijk.

La atmósfera es siempre muy afable.
De sfeer is altijd heel vriendschappelijk.

Dos años mayor que yo, flaco, afable, tan fácil como tierno.
Twee jaar ouder dan ik, mager, hartelijk, even meegaand als lief.

El tiempo cura las heridas de la gente afable.
Tijd heelt de wonden van alle goedaardige mensen.

diligente y afable.
ijverige en aangename vrouw.

Arabica para un blend descafeinado, con un aroma rico y afable.
Arabica voor een cafeïnevrije melange met een rijk en zacht aroma.

Gracias separadas el administrador Natalia Leonídovna, que era muy afable y que comprende.
Af te scheiden dank beheerder Natale Leonidovne die was zeer prettige en betrekking.

La gente local es amable y afable.
De lokale bevolking is vriendelijk en aangenaam.

juguetón y afable.
speels en aangenaam.

Hazlo corto y afable;
Houd het kort en zoet;

Nunca he visto un consenso tan afable, tan amable.
Ik heb nog nooit zo'n aangename, vriendelijke eensgezindheid meegemaakt.

de un carácter afable siempre igual.
steeds hetzelfde zachte humeur.

Tú no eres afable.
Je bent niet beschaafd.

Sonar, me juega una endecha, afable.
Sonar, speel een liedje voor me, maat.

misterioso pero afable.
mysterieus en toch mild.