DICES - vertaling in Nederlands

• je zegt
• vertelt
• bedoel je
• noem
• je beweert
• zeg je
• je zei
• vertel
• je bedoelt
• verteld
• vertellen
• je zeggen
• noemt

Voorbeelden van het gebruik van Dices in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

¿Y tú dices que yo estoy loco?
En jij noemt mij gek?

Oigo que dices,'¡qué desgracia que esto me haya pasado a mí!
Ik hoor je zeggen: Wat jammer dat dit mij moet overkomen!

Ahora entiendo lo que dices.¿La enfermera Carver es mujer?
Nu begrijp ik pas wat je bedoelt. Is zuster Carver een vrouw?

¿Qué dices, que no estamos seguros?
Hoe bedoel je, we zijn niet veilig?

¿A quién le dices espía?
Wie noem jij spionnen?

Bueno, he descubierto que no eres la macarra que dices ser.
Nou, ik ontdekte Je bent niet zo'n slechterik die je beweert te zijn.

Y te dices mi sobrino?
En jij noemt jezelf m'n neefje?

Oh, sé lo que dices, me encantan los higos.
Ik weet wat je bedoelt, ik hou van vijgen.

El secreto de afirmaciones positivas es sentirse bien cuando las dices.
Het geheim van positieve affirmaties is om een goed gevoel als je ze zeggen.

El bebé. Dices,¿cuando el bebé esté preparado para viajar?
Bedoel je, als de baby fit genoeg is om te reizen?

¿Le dices Mini-Yo a Zach?
Noem je Zach een mini-mij?

¿Y te dices abogada?
Je noemt jezelf een advocaat?

Sí, veo lo que dices, está yendo hacia el norte?
Ik snap wat je bedoelt. Hij is op weg naar het noorden?

Terroncito de azúcar, te escucho cuando lo que dices es realmente importante.
Suikerklontje, hoor ik u als je eigenlijk zeggen iets belangrijks.

¿Por qué dices,"Ay, no"?
Wat bedoel je,"Oh, nee?"?

¿Y te dices hombre a vos mismo?
Noem jij jezelf 'n man?

¿Y me dices que soy ridículo?
En je noemt mij belachelijk?

Dices, muy extraño,
Je bedoelt te raar.

Dices que esta gente.
Bedoel je dat deze mensen.

¿Cómo le dices a un comunista congelado?
Hoe noem je een bevroren Communist?