Voorbeelden van het gebruik van Ja doch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vielleicht kannst du das ja doch.
Misschien kun je dit wel.Vielleicht sind wir ja doch Freunde.
Du hast ja doch einen Typ.
Je hebt dus wel een type.Du glaubst mir ja doch nicht.
Je gelooft me toch niet.Vielleicht gibt's ja doch einen Weg.
Misschien is er wel een manier.Sie würden es mir ja doch nicht glauben.
Je zou me toch niet geloven.Vielleicht hatte Shelley ja doch recht.
Misschien had Shelley wel gelijk.Vielleicht ist er ja doch unschuldig?
Misschien is hij toch onschuldig?Er wird mir ja doch nie glauben.
Hij gelooft me toch nooit.Vielleicht haben wir ja doch eine Schauspielerin.
Misschien hebben we wel een actrice.Wie ich sehe, bekomme ich meine Trophäe ja doch.
Ik zie dat ik toch m'n trofee krijg.Vielleicht weiß ich's ja doch.
Of misschien weet ik het wel.Also hilfst du den Jungs am Boden ja doch.
Je helpt de jongens op de grond dus toch.Ich hasse meinen Dad ja doch.
Ik haat mijn vader wel.Vielleicht hat er ja doch ein Herz.
Misschien heeft hij toch een hart.Ich habe dich ja doch angerufen.
Ik heb je wel gebeld.Vielleicht hat er ja doch nicht alles.
Misschien heeft hij toch niet alles.Sie kann ja doch reden.
Ze kan wel praten.Vielleicht haben Sie ja doch Eier.
Misschien heb je wel huevos.Vielleicht hast du ja doch etwas gelernt.
Misschien heb je toch iets geleerd.
