EERLIJK GEWEEST - vertaling in Duits

• ehrlich gewesen
• die Wahrheit gesagt
• ehrlich zueinander
• die ganze Wahrheit gesagt
• aufrichtig
• fair

Voorbeelden van het gebruik van Eerlijk geweest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik ben eerlijk geweest tegen haar.
Ich sagte, wie ich es sehe. Ich war ehrlich.

Ben je eerlijk geweest?
Warst du mir treu?

Ik ben niet eerlijk geweest. Het is erger geworden.
Das war gelogen. Es ist schlimmer.

Is ze eerlijk geweest?
Hat sie ausgepackt?

Het was niet eerlijk geweest als ik u onvoorbereid de arena in had gestuurd.
Es wäre unfair gewesen, Euch unvorbereitet kämpfen zu lassen.

Ik ben niet eerlijk geweest. Mooi.
Ich war vorher nicht ehrlich. Gut.

We zijn altijd eerlijk geweest.
Wir waren immer ehrlich über die.

U bent niet erg eerlijk geweest, Jean-Paul.
Sie haben ein wenig gemauschelt, Jean-Paul.

Ik ben m'n hele leven eerlijk geweest.
Ich war mein ganzes Leben ehrlich!

Ik ben niet helemaal eerlijk geweest.
Ich war nicht ganz ehrlich.

En geen enkele keer in dit hele avontuur ben je eerlijk geweest.
Und kein einziges Mal warst du in diesem gesamten Abenteuer ehrlich.

Ik ben niet helemaal eerlijk geweest.
Also ich war nicht ganz ehrlich.

Wat dit betreft is de Europese Unie niet geheel eerlijk geweest.
Diesbezüglich war die Europäische Union nicht ganz ehrlich.

We zijn altijd eerlijk geweest.
Wir waren immer aufrichtig zueinander.

Misschien ben ik ook niet eerlijk geweest.
Vielleicht habe ich auch gelogen.

We zijn niet eerlijk geweest.
Wir waren nicht ehrlich.

Ik ben niet eerlijk geweest.
Ich war nicht ehrlich.

We zijn altijd eerlijk geweest.
Wir waren immer ehrlich zu ihm.

Ik ben niet eerlijk geweest.
Ich habe gelogen.

Ben je ooit eerlijk geweest?
Waren Sie irgendwann mal ehrlich?