HIJ MOCHT - vertaling in Duits

• er durfte
• er mochte
• er konnte
• er sollte
• ließ ihn
• er darf
• er soll
• er kann
• er könne
• er solle
• er mag

Voorbeelden van het gebruik van Hij mocht in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij mocht Europa niet verlaten.
Er durfte Europa nicht verlassen.

Hij mocht niet weer achter Jace aan.
Er darf Jace nicht mehr hinterherjagen.

Hij mocht uit bed van de dokter en nu speelt hij buiten.
Er kann sich an alles erinnern. hat ihm erlaubt aufzustehen, Der Arzt.

Hij mocht niet voluit gaan.
Er soll nicht Vollgas fahren.

Hij mocht niettemin zijn rang behouden.
Er konnte aber sein Regiment behalten.

Hij mocht niet weg van mij.
Er sollte nicht rausgehen.

Hij mocht je, McGee.
Er mochte dich, McGee.

Hij mocht daar niet gezien worden.
Er durfte in der Bank nicht gesehen werden.

Hij mocht één vinger in m'n kont stoppen, geen drie.
Er darf einen Finger in meinen Hintern stecken, nicht drei.

Hij mocht van mij op je wachten.
Ich sagte, er könne auf dich warten.

Hij mocht ze hebben.
Er kann sie nehmen.

Hij mocht geen antwoord geven.
Er soll antworten.

Hij mocht niet eens mislukken.
Er konnte nicht einmal scheitern.

Hij mocht ze niet ontmaskeren.
Er sollte sie nicht entlarven.

Hij mocht me toen nog niet.
Er mochte mich damals nicht.

Hij mocht niet winnen.
Er durfte nicht gewinnen.

Hij mocht vannacht bij een vriend logeren.
Er darf heute Nacht bei einem Freund übernachten.

Hij mocht het niet tegen z'n ouders zeggen.
Ich sagte ihm, er solle es Mark und Beth nicht zeigen.

Hij mocht een rondje in de auto
Er könne eine Runde mit dem Auto drehen,

Hij mocht dit weekend doen wat hij wilde zonder consequenties.
Er kann dieses Wochenende tun, was er will. Ohne Konsequenzen.