Voorbeelden van het gebruik van Je moest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je moest altijd….
Je moest een echte koffer!
Mama zei dat ik je moest komen halen voor de barbecue.
Je moest jezelf eens horen.
Je moest nog minstens vijf dagen blijven.
Je moest toch plassen?
Brian, je moest op hem passen!
Je moest Gabriel het geld te geven.
Dus je moest 'n burger.
Stel dat je moest wonen in dat eenkamerflatje.
Ik zei dat je moest wachten in de auto.
Byron vertelde Bruce dat hij je moest zoeken en naar de wei moest brengen.
Je moest voor die snacks betalen. Ik eet.
Ze zei dat ik je moest vragen naar een Bayonne sloperij.
Je moest toch alleen pissen?
Je moest eieren aan de Wolvertons bezorgen.
Je moest hebberig worden.
Dus je moest 'n burger.
Je moest dit alleen doen, Dean.