Voorbeelden van het gebruik van Saai in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is saai in het Noorden.
Deze dagen zijn erg nat en saai.
Ik weet dat ze saai is.
Ik ben oud en ik ben nu saai.
En het is nooit saai.
Ze waren behoorlijk saai.
Saai of niet, het was fijn je te zien.
Nou, het is saai, dat is waar.
Dat diner was saai vanavond, Harry.
Londen is saai zonder jou.
Nou, het is zo saai.
En Tony en ik zijn allesbehalve saai.
En hij is niet saai.
Nee. Je zou het saai vinden.
Dat klinkt behoorlijk saai.
Die tent is een beetje saai, vind je niet?
Saai, vergeleken met jullie gedoe.
Omdat het saai is, Christian.
De dagen blijven maar grijs en saai.
U maakt de kamers zo saai en groezelig.