Voorbeelden van het gebruik van Afmaakt in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Beloof me… dat je de oorlog afmaakt.
hij het karwei Alvarez afmaakt.
Je begint aan romans die je nooit afmaakt.
En die ogen… branden recht door je ziel als hij je afmaakt.
Ik denk dat hij het graag zou hebben dat jij dit voor hem afmaakt.
Beloof me beloof me dat je 't verhaal afmaakt.
Ik weet dat hij me afmaakt als hij erachter komt.
Zodra je je verhaal over het ontbindende lichaam afmaakt.
Ik leer Frans koken als jij je boek afmaakt.
Als je haar niet afmaakt, is ze getuige.
Als je deze afmaakt, kun je je vrijheid kopen.
Als je me afmaakt is er geen geld.
Er loopt een wreker rond, die de slechteriken allemaal afmaakt.
Ga weg, allemaal, snel, voor hij jullie allemaal afmaakt.
Jij bent degene die mij afmaakt.
Is er een versie waar je me niet afmaakt?
Het soort man dat een wedstrijd afmaakt met een gebroken been.
Er is Pétain die Philippe afmaakt.
Dat is hoe je het afmaakt.
Zorg ervoor dat u uw behandeling afmaakt.