Voorbeelden van het gebruik van Gaan samen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Italië en pasta gaan samen als pasta en saus.
Brood en chocolade gaan samen, hoge bloedsuiker.
We gaan samen, naar een andere plek.
We gaan samen.
Willow en Anya gaan samen en Giles.
Eenheid en heiligheid gaan samen.
Vorm en inhoud gaan samen.
Jane, Tasha, jullie gaan samen.
We gaan samen die boot in en verlaten samen dit eiland.
We gaan samen, of we gaan niet.
We gaan samen verder.
We gaan samen.
We gaan samen.
Onze gezinnen gaan samen zo veel pret hebben.
We gaan samen.
We gaan samen.
We gaan samen, let op.
We gaan samen, maak hem los.
We XY-GLOBAL familie gaan samen, dicht de natuur.
We gaan samen.