Voorbeelden van het gebruik van Klein kind in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Verdomme, Mario. Wat 'n klein kind.
Zelfs voor een klein kind klink je idioot.
zeker niet met een klein kind.
Gedraag je niet als een klein kind.
Fiona wil het liefst dat ik voor altijd een klein kind blijf.
Het doden kon niet worden vermeden. T'is zo klein één klein kind kan het opeten.
Wat een klein kind.
Je bent een klein kind!
En vergeet niet dat er ook nog 'n klein kind rondloopt in dat huis.
Gedraag je niet steeds als een klein kind!
Je bloost als een klein kind.
Ik was een klein kind.
Mijn bazin behandelt me als een klein kind.
Je lijkt wel een klein kind.
Wat ben je toch een klein kind.
Zelfs een klein kind kent zijn naam.
Een klein kind op de achterste rij reageerde zo.
Kan men een klein kind vragen lijden lief te hebben?
Dit is een klein kind, zes jaar oud.
U bent geen klein kind, Israël.