Voorbeelden van het gebruik van Klein in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Toen we klein waren had ze iets.
Toen Monica en ik klein waren hadden we 'n hond genaamd Rover.
Jij bent de enige die klein genoeg is om er doorheen te gaan.
Jake en ik speelden hier toen we klein waren.
De administratie probeert de impact zo klein mogelijk te houden.
Mijn vader haalde hier altijd toffee voor ons, toen we klein waren.
De kans dat hij hier is neergeschoten is heel klein.
Maar onze gastenlijst is nog behoorlijk klein.
Het liedje dat mijn broer en ik vroeger zongen toen we klein waren.
net zoals toen we klein waren.
De verschillen zijn klein.
De verschillen tussen de twee soorten zijn klein.
het sprongbeen is klein.
Die marge is uiterst klein.
de kans hierop is klein.
Het is geen klein ding!
Het zal niet zo zijn als toen wij klein waren.
Als het risico klein is, is de beloning klein.
De kans op ontsteking of infectie is echter klein, namelijk minder dan 1%.
Net zoals je altijd deed toen jullie klein waren.