Voorbeelden van het gebruik van Dat was toen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat was toen.
Maar dat was toen.
Dat was toen Leary voor de zedenpolitie werkte.
Dat was toen moeder stierf.
Maar dat was toen en dit is nu.
Dat was toen, dit is nu. Ik ben veranderd.
Dat was toen.
Dat was toen ik deze jongens ontmoette. Mijn vrienden.
Dat was toen.
Maar dat was toen, en dit is nu.
Dat was toen en dit is nu!
Dat was toen Foster werd ontdekt door Eileen Ford,
Dat was toen, wat is het nut nu nog?
Dat was toen je mama ons 'n doos koekjes zond.
Maar dat was toen.
Dat was toen mijn oma overleed
Dat was toen we elkaar kenden.
Dat was toen en het was tijdens de play-offs.
Dat was toen hij me verstikte.
Dat was toen.