Voorbeelden van het gebruik van Doen het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We doen het elk jaar als we naar Myrtle Beach gaan.
We doen het in mijn kantoor.
We doen het in elke volgorde.
We doen het op een publieke plek.
We doen het in onze slaap nu.
We doen het op de juiste manier. Getuigen, bewijzen.
Niet wij doen het in wezen, maar God doet het aan ons.
We doen het zoals jij het wilt.
We doen het voor u en de Derde Wereldlanden.
We doen het zoals de vorige keer.
Jan, Oom. We doen het morgen.
We doen het als een man en een vrouw.
Zeg het ons en we doen het.
Maar we doen het als een gezin.
In deze mede-eigendom we doen het allemaal zelf.
Ja, we doen het nu meteen.
We doen het en we doen het nu.
We doen het voor 30.
Ze doen het zelf.
Jullie doen het, hè?