Voorbeelden van het gebruik van Het is vrijdag in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En we moeten het voor de middag doen, want het is vrijdag en ze zetten extra mensen in na de lunch.
Want het is vrijdag Je hebt geen baan En je hebt helemaal niets te doen.
Bill Ryan: Dit is Bill Ryan van Project Camelot en het is vrijdag 21 november[2008].
Maar dan, op een dag kom je thuis van school met je kinderen het is vrijdag, alles gaat goed.
Het is Vrijdag waarin bedrijven bieden van oudsher aanzienlijke kortingen,
Je moet me hiermee helpen of het is vrijdag mijn laatste maaltijd.
Nogmaals, hij is nog niet van mij… maar het is vrijdag om vijf uur.
Het is vrijdag, bijna Kerstmis,
woensdag ook donderdag laat me koud, het is vrijdag waar ik van hou.
♫ Het is vrijdag, vrijdag. Vrijdag ga ik
Kom, 't is vrijdag.
Het was vrijdag.
Natuurlijk, man. 't Is vrijdag.
Ik belde mijn moeder op, het was vrijdag nacht.
Het was vrijdag.
Het was vrijdag.
Het was vrijdag, en de tijd was gekomen om de gemeentezang Jumuah gebed bieden.
Het was Vrijdag en in de eetkamer trok een Duitsch horlogemaker juist de klokken op.
Het was vrijdag avond laat,
Ja ik denk het maar ik ben er niet zeker van… ik bedoel 't is vrijdag.