Voorbeelden van het gebruik van Het is oorlog in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het is oorlog. Van m'n land af!
Het is oorlog, dan is het normaal dat je gewapend bent. .
Het is oorlog, Jomar.
Het is oorlog. Lang niet iedereen die weggaat, komt ook terug.
Het is oorlog maar u ziet het niet.
Het is oorlog en 't kost beide kanten heel veel geld en leed.
Nou, het is oorlog en ik maak me natuurlijk zorgen om Andrew.
Het is oorlog, we moeten vechten.
Het is oorlog en vijanden aanvallen.
Het is oorlog, dat is geen tijd voor geweld.
Het is oorlog, moet u weten,
De mensen weten het niet, maar het is oorlog.
Het is oorlog, Peter.
Het is oorlog in Pakistan en.
Schaken is geen sport, het is oorlog.
Het is oorlog, Connie.
Het is oorlog buiten en jij staat langs de kant?
Het is oorlog, agent Mulder.
je het nieuws hebt gekeken, maar het is oorlog.
Het is oorlog, je kunt niet met vakantie.