Voorbeelden van het gebruik van Hij is anders in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij is anders.
Hij is anders.
Hij is anders.
Hij is anders sinds ik hem ontmoette.
Hij is anders. Magerder.
Hij is anders, anders dan alle andere goden.
Hij is anders.
Hij is anders als hij bij jou is. .
Hij is anders.
Hij is anders.
Hij is anders, net als ik, dus.
Hij is anders, omdat hij niet geboren is op aarde.
Nee, hij is anders.
Maar hij is anders.
Hij is anders.
Hij is anders.
Temperatuur is laag, maar hij is anders.
Henry is, hij is anders.
Ik weet niet precies wat het is, maar hij is anders.
Dat kan hij trouwens niet, hij is anders.