ACABA DE IR - vertaling in Nederlands

• is net vertrokken
• ging gewoon
• is net weggegaan
• net weg
• hebt net gemist
• ging net weg
• ze kwam net

Voorbeelden van het gebruik van Acaba de ir in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Sam se acaba de ir. Está en el bote a Seattle.
Hij is net naar Seatle.

Se acaba de ir.
Ze net vertrokken.

Se acaba de ir con dos tíos en un Camaro rojo.
Ze ding er net vandoor met twee kerels in een rode Camaro.

Se acaba de ir pero tengo a su compañera, la Doctora Hart.
Hij is net weg, maar Dr Hart is er.

Hank no está en el hospital. Acaba de irse con escolta policial de civil.
Hij is net vertrokken met een agent in burger.

Acaba de ir al Banco Sr. Carter.
Ga je gewoon naar de bank de heer Carter.

Sí, se acaba de ir.
Ja ze is net weg.

Acaba de ir a una zona muerta.
Ze ging net een donkere zone is.

Se acaba de ir.
Hij is zojuist weggegaan.

Ella no está. Se acaba de ir.
Ze is er niet, ze is net weg gegaan.

La asuste. Se acaba de ir.
ik heb haar weggejaagd, ze is net weg.

No, se acaba de ir.
Nee, ze is pas weg.

No, se acaba de ir.
Nee, hij is net weg.

¿Sabes a dónde acaba de ir Delphine?
Weet je waar Delphine zojuist heen ging?

Una mujer… que se acaba de ir.
Er was een vrouw… Ze is net weg.

Me desperté hace dos mañanas y… se acaba de ir.
Ik werd twee ochtenden geleden wakker en hij was weg.

Sí, se acaba de ir.
Ja, hij is net weg.

Lo siento, amigo. Se acaba de ir.
Sorry vriend, ze is net weg.

Todavía está tibia, de una vida que se acaba de ir.
Nog warm van het leven dat het zojuist heeft verlaten.

No. Se acaba de ir.
Nee, ze is net weg.