Examples of using Gotta in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Bonnie? I gotta go. Bonnie?
So we gotta get rid of her because of the landlord.
I gotta to do something.
We gotta help ice.
I gotta call high quality foods.
Ik moet High Quality Foods bellen.I think we gotta go now.
We moesten nu maar gaan.I gotta make it clear to you.
Ik moest het duidelijk maken.But we gotta try.
Maar we moeten het proberen.I gotta think about Judy and.
En ik moet aan Judy denken en.We gotta find Levon.
We moesten Levon vinden.I gotta give you this.
Ik moest dit aan jou geven.With the key. Kai, we gotta get Kai.
Met de sleutel. Kai, we moeten Kai halen.Oh, he's gotta find him! Frankie!
Oh, hij moet hem vinden! Frankie!He said you gotta stop living for your sickness.
Hij zei dat je moest stoppen met leven voor je ziekte.We gotta break it off into doses.
We moesten het te verdelen in kleine dosis.Vlad and Val gotta be together.
Vlad en Val moeten samen zijn.I gotta see Matty Flynn.
Ik moet Matty Flynn spreken.I gotta ask, you know.
Ik moest het vragen, weet je.You just said we gotta move.- Sam!
We moesten toch opschieten? Sam!Sam, we gotta try.
Sam, we moeten het proberen.
