BRINGEN - vertaling in Nederlands

brengen
bringen
fahren
holen
setzen
schaffen
begleiten
mitnehmen
tragen
werden
erwecken
laten
lassen
bringen
zeigen
dann
holen
sagen
mal
vergessen
erlauben
fangen
krijgen
bekommen
erhalten
kriegen
haben
werden
bringen
geben
gewinnen
holen
können
halen
holen
schaffen
bringen
besorgen
nehmen
erreichen
kriegen
rausholen
erwischen
ziehen
geven
geben
schenken
bieten
verleihen
zeigen
liefern
machen
bringen
lassen
haben
zetten
setzen
stellen
machen
bringen
legen
lassen
stecken
werfen
drehen
nehmen
maken
machen
erstellen
werden
bauen
schaffen
reparieren
bringen
tun
haben
treffen
nemen
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
gaan
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
opleveren
bringen
führen
darstellen
liefern
schaffen
erzielen
bieten
ergeben
aufwerfen
hervorbringen

Voorbeelden van het gebruik van Bringen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Bringen wir die Familie wieder zusammen.
We zetten deze familie weer samen.
Ok, bringen wir es hinter uns.
Oké, laten we dit afhandelen.
Warum bringen wir ihn Ducotel nicht selbst? -Warte mal.
Waarom geven we hem niet zelf aan Ducotel?-Wacht even.
Wir bringen den Hund zu einem Tierheim.
We brengen de hond naar een asiel.
Dann bringen wir ihn zu uns.
Dan halen we hem hier.
Wir müssen sie weiter nach Norden bringen.
We moeten het verder naar het noorden krijgen.
Wir sehen es. Bringen sie ihn zu Akbari?
We zien het. Gaan ze met hem naar Akbari?
Sie bringen dich um, wenn du hier bleibst!
Ze maken je af als je hier blijft!
Wir bringen dich und all das Zeug… zur Polizei.
We nemen jou en dit alles mee naar de politie.
Ok, bringen wir es hinter uns.
Oké. Laten we dit afwerken.
Wir bringen sie in Block 3.
We zetten ze in blok drie.
Molly wird mir bringen, was ich brauche.
Molly zal me geven wat ik nodig heb.
Bringen wir dich ins Krankenhaus.
We brengen je naar het ziekenhuis.
Jane und ich bringen die Passagiere raus.
Jane en ik halen de passagiers eruit.
wir euch sicher nach Hause bringen.
we jullie veilig thuis krijgen.
Wir bringen Braghanti, Garcia
We gaan Braghanti oppakken,
Nein. Sie bringen Essen mit und reden.
Nee, ze nemen eten mee en ze praten.
Sie bringen einander zum Lachen.
Ze maken elkaar aan het lachen.
Bringen wir es hinter uns, Jungs.
Laten we dit afmaken, jongens.
Wir bringen ihn zur ersten Sheriffwache,
We zetten hem af bij het eerste politiebureau
Uitslagen: 23905, Tijd: 0.1653

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands