MUTTER WIEDER - vertaling in Nederlands

• moeder weer
• moeder terug
• mama weer

Voorbeelden van het gebruik van Mutter wieder in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Christopher sagt, dass die Mutter wieder das letzte Wort gehabt habe.
Florentine zegt dat ze weer bij haar moeder is ingetrokken.

Hat deine Mutter wieder jemanden gefunden?
Heeft je moeder nooit iemand anders gevonden?

Ist deine Mutter wieder in Lyon?
Is je moeder terug naar Lyon?

Hat Mutter wieder Streit angefangen?
Had mijn moeder weer ruzie met je?

Wird meine Mutter wieder gesund?
Gaat het goed komen met mijn moeder?

Ich bin froh, dass du und deine Mutter wieder zusammen seid.
Ik ben blij dat jij en je mama terug samen zijn.

Wann sehe ich dann meine Mutter wieder?
Wanneer spreek ik dan m'n moeder nog?

So gaben Wir dich deiner Mutter wieder, auf daß ihr Auge von Freude erfüllt würde und sie sich nicht grämte.
Zo brachten Wij jou terug naar jouw moeder opdat jij goedsmoeds en niet bedroefd zou zijn.

Nicht nur war seine Mutter wieder weg wieder Eltern,
Niet alleen was zijn moeder een weer weer uit ouder,

So gaben Wir dich deiner Mutter wieder, auf daß ihr Auge von Freude erfüllt würde und sie sich nicht grämte.
Zo brachten Wij jou bij jouw moeder terug, zodat haar ogen verblijdden en niet treurden.

So gaben Wir dich deiner Mutter wieder, damit sie frohen Mutes
Toen brachten wij u tot uwe moeder terug, opdat zij gerustgesteld worden

So gaben Wir dich deiner Mutter wieder, auf daß ihr Auge von Freude erfüllt würde und sie sich nicht grämte.
Toen brachten wij u tot uwe moeder terug, opdat zij gerustgesteld worden en niet bedroefd zijn zou.

So gaben Wir dich deiner Mutter wieder, damit sie frohen Mutes
Zo brachten Wij jou bij jouw moeder terug, zodat haar ogen verblijdden

Geht Mutter wieder!
Moeder is aan 't zeuren.

Trinkt meine Mutter wieder?
Drinkt m'n moeder weer?

Kommt meine Mutter wieder zu mir?
Komt mijn moeder bij me terug,?

Damit habe ich deine Mutter wieder zusammengeflickt.
Ik heb die gebruikt om je moeder weer in elkaar te zetten.

Du hast deine Mutter wieder verpasst.
Jij en je moeder blijven elkaar mislopen.

Glaubst du, ich sehe meine Mutter wieder?
Denk je dat ik m'n moeder weer zie?

Dadurch kam sie meiner Mutter wieder näher.
In die tijd herstelde de band met mijn moeder.