PASST - vertaling in Nederlands

past
wenden
anprobieren
entsprechen
fit
babysitten
fügen sich
hüten
reinpassen
pässe
einzustellen
let
aufpassen
achten
beobachten
kümmern
bewachen
sehen
achtgeben
hüten
auge
achtgebt
klopt
klopfen
stimmen
schlagen
passen
sein
richtig
wahr
zusammenpassen
korrekt sind
pochen
uitkomt
wahr
rauskommen
raus
schlüpfen
kommen
passen
erfüllt
erscheinen
ausgebrütet sind
goed
gut
ok
okay
richtig
in ordnung
schön
toll
genau
klar
super
bevalt
gefallen
gebären
mögen
bekommen
geburt
entbunden
wehen
baby
missfallen
genehm sind
overeenkomt
entsprechen
übereinstimmen
vereinbaren
passen
überein
vereinbarung
zusammenpassen
übereinkommen
einigen
match
komt overeen
entsprechen
kommen überein
vereinbaren
passen
stimmen überein
sind identisch
spiegeln
sind konsistent
zorg
sorge
pflege
stellen sie
sorgfalt
kümmern
betreuung
versorgung
besorgnis
anliegen
achten sie

Voorbeelden van het gebruik van Passt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Wenn es Ihnen nicht passt, rufen Sie doch die Bullen.
Als het je niet bevalt, bel je de politie maar.
Wer passt auf den Laden auf?
Wie let er op het wedkantoor?
Etwas passt nicht zusammen, deswegen brauche ich Sie dort.
Er klopt iets niet, dus ik heb je nodig daar.
Es passt nur nicht in eine Satteltasche.
Maar het past niet in m'n zadeltas.
Nein, das passt.
Nee, het is goed.
Ich gehöre nur dazu, wenn es ihnen passt.
Ik hoor alleen erbij als het ze uitkomt.
Die Beschreibung passt zum Verdächtigen bei den Metropolis-Entführungen.
De omschrijving komt overeen met de verdachte.
Sergeant Wright passt nicht in das Profil.
Sergeant Wright voldoet niet aan dat profiel.
Das zu nichts passt, was das Opfer getragen hat.
Lets wat niet overeenkomt met wat 't slachtoffer droeg.
Wenn's Ihnen nicht passt, gehen Sie.
Als het je niet bevalt, ga je maar weg.
Passt du auf die Kasse auf?
Let jij op de kassa?
Mein Ring passt mir nicht mal mehr.
Deze ring past mij niet eens meer.
Die Beschreibung passt auf Saloni und seine Männer.
Beschrijving klopt met Saloni en zijn mannen.
Passt dir 15:15 Uhr?
Uur je goed uit?
Wenn es gerade nicht passt.
Als het nu niet uitkomt.
Passt gut aufeinander auf. Kommt.
Zorg goed voor elkaar. Kom op.
Aber das passt zu anderen Dingen, die wir wissen.
Dit komt overeen met andere dingen die we weten.
Selbst wenn sie passt, muss ich ihn noch finden.
Zelfs als het overeenkomt, moet ik die man nog vinden.
Und wenn dir das nicht passt, dein Pech!
En als het je niet bevalt, dan zoek je het maar uit!
Die Beschreibung passt auf das Mädchen, das du gesehen hast.
Dat meisje voldoet precies aan haar signalement.
Uitslagen: 7639, Tijd: 0.0709

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands