POSER - vertaling in Nederlands

stellen
mettre
affirmer
fixer
imaginer
proposons
établissent
suggérons
couples
présentent
informent
leggen
mettre
poser
établir
jeter
couché
placer
nouer
expliquons
de la pose
pondent
poseren
poser
voordoen
survenir
apparaître
surgir
en cas
rencontrer
intervenir
produisent
posent
présentent
passent
neerleggen
déposer
dépôt
mettre
accepter
résigner
de le poser
zetten
mettre
faire
convertir
placer
engageons
transforment
misons
déposent
incitent
poursuivent
plaatsen
mettre
déposer
poster
de passation
publier
lieux
endroits
places
emplacements
sites
neerzetten
déposer
mettre
installer
construire
placer
ici
poser par terre
opleveren
produire
présenter
fournir
apporter
donner
générer
constituer
créer
entraîner
engendrer
vragen
question
demander
q
savoir
requête
de la demande
invite
iets persoonlijks

Voorbeelden van het gebruik van Poser in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
on peut se poser.
kan men zich afvragen.
Je peux te poser une question?
Mag ik je iets persoonlijks vragen?
Poser des barrières importantes pour punir ces deux pays serait désastreux.
Het opwerpen van belangrijke barrières om beide landen te straffen, zou rampzalig zijn.
A table, au restaurant, on devrait poser 2 téléphones.
Ze moesten maar twee telefoons op ons tafeltje neerzetten.
Je dois poser la caméra une seconde.
Ik moet de camera even neerleggen.
C'est la question que tu dois te poser.
Dat zou je je moeten afvragen.
Puis-je vous poser une question?
Mag ik je iets persoonlijks vragen?
Alors, pourquoi ne pas nous poser?
Waarom landen we dan niet?
Sir, voudriez-vous poser le bébé?
Meneer, wil je de baby neerzetten?
Dis-leur de poser leurs armes!
Zeg dat ze hun wapens neerleggen.
Puis-je… te poser une question?
Mag ik je iets persoonlijks vragen?
Je peux poser la lampe?
Mag ik die lamp neerzetten?
Vous pouvez poser votre arme?
Kun je het pistool neerleggen?
Savez-vous combien ont été capables de poser l'avion?
Weet u hoeveel er dat vliegtuig veilig hebben kunnen landen?
Je peux vous poser une question,?
Mag ik u iets persoonlijks vragen?
Où dois-je poser mes bagages?
Waar zal ik mijn koffers neerzetten?
Où devrais-je poser mon sac de couchage?
Waar moet ik mijn slaapzak neerleggen?
Je peux vous poser une question?
Mag ik je iets persoonlijks vragen,?
Quand va-t-elle comprendre qu'il faut poser le seau?
Hoelang zou het duren voor ze er achterkomt dat ze de emmer moet neerzetten?
Veux-tu poser ça?
Wil je dat neerleggen?
Uitslagen: 1563, Tijd: 0.2492

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands