Voorbeelden van het gebruik van Echt slim in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat was niet echt slim, hè?
Hij is echt slim.
Zeg maar, hij… hij is echt slim.
Ze zijn echt slim.
Je bent echt slim.
Mama is echt slim.
Je moet echt slim zijn.
Je bent niet echt slim….
En blijkbaar niet echt slim.
Ja. Bebe is echt slim.
Dit ding is echt slim.
Je bent echt slim.
Je bent echt slim.
Dat was echt slim.
Wie ze ook gemaakt heeft is echt slim en echt deskundig.
Deze kerel was echt slim.
Je bent echt slim.
Oké, maar niet echt slim.
Kijk nou, je bent echt slim.
Dat is echt slim.