Voorbeelden van het gebruik van Slim in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze zijn slim, snel en georganiseerd.
Jullie denken slim te zijn, maar dat zijn jullie niet.
Hoe slim ben jij?
En Slim Fingers?
Ik wist wel dat je slim genoeg was om 't juiste te doen.
Hij was slim genoeg om zichzelf op te offeren.
Hij is slim en geduldig.- Nee.
Nu ik zo slim ben geweest om je te vinden?
Onze kindjes zullen slim en mooi zijn.
Wel slim dat je mij gebeld hebt.
Ik was slim, ik was sterk.
Slim, gedreven. Koppig, zoals jij.
Slim Murphy heeft niet de beste reputatie.
Zij… Ze is slim en grappig… Grappig?
Dat gedoe met Vegas klinkt slim.
Ze is heel slim in die dingen.
Zo slim kan hij niet zijn.
Wat slim van me!
Ik ben niet slim genoeg.- Naar Oxford?
Hij is slim en hij komt dichterbij.