HEBT HET - vertaling in Duits

• hast es
• redest
• meinst
• sprichst
• bist
• liegst
• haben es
• habt es
• hat es
• reden
• meinen
• sprechen

Voorbeelden van het gebruik van Hebt het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Je hebt het toch niet over Allie?
Du sprichst nicht über Allie, oder?

Je hebt het over mijn vriend, Denver?
Du meinst meinen Freund Denver,?

Wat?- Jij hebt het altijd over films?
Du redest andauernd über Filme. Was'?

Je hebt het niet aan mijn vader verteld.
Du hast es meinem Vater nicht gesagt.

Je hebt het opgehangen in de bar, is het niet?
Ihr habt es in der Kneipe aufgehängt, nicht wahr?

U hebt het toch niet aan hem gegeven?
Sie haben es ihm aber nicht gegeben?

Je hebt het echt fout.
Du liegst völlig falsch.

Je hebt het altijd over hem.
Immer sprichst du über ihn.

Je hebt het geweldig gedaan.
Du bist eine wunderbare Mutter.

Je hebt het over haar borsten, nietwaar?
Du meinst ihre Brüste, richtig?

Jij hebt het over de productie van.
Du redest vom Produzieren.

Je hebt het naar iedereen gestuurd.
Du hast es all deinen Kontakten geschickt.

Je hebt het verdiend.
Du hat es verdient.

Je hebt het verkeerd aangepakt.
Ihr habt es falsch angepackt.

Jij hebt het wel, Andrea. Wij?
Uns? Denn Sie haben es, Andrea?

Leslie, je hebt het helemaal verkeerd.
Du liegst völlig daneben, Leslie.

Je hebt het goed gedaan.
Du bist fein raus.

Je hebt het over deze man?
Sprichst du von diesem Mann?

Je hebt het over mij, toch?
Du meinst mich, nicht?

Je hebt het erover Talyn te doden?
Redest du darüber, Talyn zu töten?