Voorbeelden van het gebruik van Ik wil in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil hem niet neuken,!
Ik wil ook met jullie praten.
Ik wil nu bij mijn vriendinnen zijn.
Ik wil met u over haar ziekte praten.
Ik wil mijn baan terug. Iedereen. Iedereen.
Sorry, ik wil je zoon spreken.
Ik wil geen consulaire bijstand.- Nee.
Ik wil alleen dat ze weet
Ik wil niet cynisch zijn.
Ik wil je spreken, rotzak.
Omdraaien. Ik wil uw horloge en ring.
Ik wil, meer, meer, meer.
Ik wil een toast uitbrengen!
Ik wil hem niets aandoen. Voor dit?
Ik wil een legerbord.
Ik wil een nieuwe codenaam.
Iets achteruit. Ik wil het gat er helemaal op.
Ik wil alleen weten wie ik ben.
Ik wil je om 'n gunst vragen.
Ik wil m'n kleren en m'n truck.