ICH WILL - vertaling in Nederlands

• ik wil
• ik probeer
• ik ga
• ik zal
• ik moet
• ik kom
• ik hoef
• ik wilde
• ik wou
• ik zou
• ik kwam

Voorbeelden van het gebruik van Ich will in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich will zeigen, dass ich nicht egoistisch bin.
Ik moet bewijzen dat ik niet egoistisch ben.

Ich will Ihnen helfen, Sie Vollidiot!
Ik probeer je te helpen, idioot!

Ich will auf den Schießplatz.
Ik ga naar de schietclub.

Alle! Alle! Ich will meinen Job wieder.
Ik wil mijn baan terug. Iedereen. Iedereen.

Ich will mich bemühen, dich nicht zu enttäuschen.
Ik zal mijn best doen om je niet teleur te stellen.

Ich will nicht ohne ihn gehen.
Ik wilde niet weggaan zonder hem.

Nein, danke. Ich will die Scheiße nicht hören.
Nee dank je, ik hoef die onzin niet te horen.

Officer, ich will Mama DiGiorgio abholen.
Agent… Ik kom mama DiGiorgio ophalen.

Ich will Sie nicht abschleppen. Nein.
Ik probeer u niet te versieren, Nee.

Stimmt nicht. Ich will Ihnen die Wahrheit sagen.
Dat is niet waar. Ik ga je de waarheid vertellen.

Ich will mehr.
Ik wil, meer, meer, meer.

Ich will da rein, bevor seiner Schwester was passiert.
Ik moet naar binnen voordat er iets met zijn zus gebeurt.

Ich will ehrlich sein,
Ik zal eerlijk tegen je zijn,

Nein, ich will, dass sie mir ein Lied vorsingt.- Nee?
Nee, Ik wilde dat ze een liedje voor me zong.- Nee?

Ich will nicht zudringlich sein.
Ik wou niet opdringerig zijn.

Nein, ich will den alten Mann nicht sehen. Zellenblock D.
Nee, ik hoef die oude man niet te zien. In celblok D.

Ich will dich warnen. Du Dieb!
Ik kom je waarschuwen. Dief!

Ich will rausfinden, wer ich bin.
Ik probeer uit te zoeken wie ik ben.

Denn ich will mehr.
Ik wil, meer, meer, meer.

Ich will nächste Woche mit Clara zum Jahrmarkt.
Ik ga volgende week met Clara naar de jaarmarkt.