Voorbeelden van het gebruik van Last in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Heb je last van een huilend kind?
Bezorg me geen last met de Niners.
Ik heb last van mijn benen.
Last Hope Options" is een anagram voor?
Ik ben me bewust van de last, Wayne.
Je bent een last.
Deze last wordt verantwoord door de bedrijven voor financiële en fiscale.
Een aantal mensen last van moeite met slapen zelfs na wordt moe.
Die last wilde ik haar besparen.
Je hebt hier geen last van het licht, zoals in de stad.
Je krijgt last met hun stamhoofd.
Ik weet dat hij last heeft met dingen opschrijven.
Nee. Ik wil niet tot last zijn.
We zijn hem tot een last.
Zonder ben je een last voor de anderen.
Je bent al een last, bent u een troef,
Als u last heeft symptomen binnenshuis,
Hij was een last, maar ik mis hem elke verdomde dag.
Je hebt geen last van wat er niet is.
Ik wil geen last met de politie.