Voorbeelden van het gebruik van Lukken in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Voor zover ik heb begrepen, bestaat er een goede kans dat dit gaat lukken.
Ik dacht dat 't wel zou lukken.
Je boosaardige plan zal niet lukken, Dark Jokester.
We hadden een groot plan als dit allemaal zou lukken.
Deze keer weet ik dat het gaat lukken.
het nooit zou lukken.
Gaat dit lukken of niet?
Christine, dit moet lukken.-Het is gewoon idyllisch.
Dat gaat je lukken.
Genoeg tijd om de oproep te laten lukken.
het wel zal lukken.
Dat gaat 'm lukken.
het nooit ging lukken.
Het zal niet lukken.
Ik heb altijd geweten dat het haar zou lukken.
Europa móet lukken, en de drie grote instellingen moeten daarvoor samenwerken.
Je zei dat het zou lukken.
Ja, dat moet ons wel lukken.
En om zelfs onder de garantie te herstellen, zal zo'n koelkast niet lukken.
Ik denk zomaar dat dat me zal lukken.