Voorbeelden van het gebruik van Morgen pas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik vertel het Aziz morgen pas.
Ik word morgen pas gewogen.
Vanwege noodweer komt de vlucht van je oma morgen pas aan.
We zien haar morgen pas.
Niet vergeten, morgen pas openmaken.
Maar schatje, valentijnsdag is morgen pas.
We verwachtten je morgen pas.
Nee, morgen pas.
Ik had je morgen pas verwacht.
De loodgieter kan morgen pas komen.
Ik verwachtte je morgen pas.
Ze kunnen je morgen pas ophalen.
Lk had je morgen pas verwacht.
Luigi komt morgen pas.
Mijn vlucht gaat morgen pas.
Ik had je morgen pas verwacht.
Ze zeggen dat ik ze morgen pas mag ophalen.
Lk had je morgen pas verwacht.
Je zei dat je morgen pas weg ging.
Je hoeft je morgen pas laat te melden.