Voorbeelden van het gebruik van Pas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Pas de problème. Mijn hotel is in de buurt.
Pas op m'n schouder.
Omdat Sara pas weer heeft ingecheckt in het hotel.
Pas op met z'n nek!
Pas als ik Tom terug heb.
Ik ben pas biij'96.
De trein vertrekt pas als ik het zeg.
Heeft ze pas een attaque gehad?
Ze vonden onze pas de deux niet mooi.
Ik was pas bij TV1.
Hij heeft pas z'n partner verloren.
Pas op je moeder.
Pas op met die schrootoven. Kom mee!
Nog niet. Pas als het magnetische kwantumveld compleet is.
Ik zie hem pas in het weekend.
Dat gebeurt pas als iedereen ze vanzelfsprekend vindt.
Pas op voor je voet!
Ik dronk pas thee met William….
Pas op met wat je zegt.
Is het pas gebeurd?