Voorbeelden van het gebruik van Erst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bring uns bitte erst zum Bus.
Und du bist erst seit einer Woche von Charlie getrennt.
Ich bin erst einmal in New York gewesen.
Ik ben maar één keer in New York geweest.Ich bin erst bei ,96.
Natürlich nicht. Was sagen Sie den Kindern, eines davon ist erst fünf,?
Eentje is nog maar vijf jaar. Wat zegt u tegen hun kinderen?Erst beißen sie dich.
Als eerste bijten ze je.Wenn sie erst futtern, kann sie niemand weglocken.
Aber sie hat darauf bestanden. Ich wollte erst nicht.
Ik wilde er eerst niets van horen, maar ze stond erop.Erst in Panik und schnell.
Meine Frau ist erst verstorben. Wieso nicht?
Mijn vrouw is net overleden. Waarom niet?Du warst erst einmal da diese Woche.
Je bent maar één keer geweest deze week.Ich seh ihn erst am Wochenende.
Ik zie hem pas in het weekend.Erst Eislaufen mit der einen… und dann ein Bühnenvortrag über Godspell mit der anderen.
Ik ga met eentje schaatsen… en met de andere naar een opvoering van Godspell.Sie sind doch erst vor Kurzem in Wien gewesen, oder?
Jij hebt recentelijk een reis gemaakt naar Wenen, toch?Zu aller erst, Dad hat ein Argument.
Ten eerste heeft papa een punt.Sind wir erst da, wird der zweite Tresorraum einfach sein.
Als we eenmaal daar zijn, de tweede kluis is eenvoudig genoeg.Ich schau immer erst auf den Hintern.
Ik kijk altijd eerst naar het kontje.Erst waren es nur Restavecs in Haiti.
In het begin waren het enkel de restavek in Haïti.Wir gehen erst in einer Stunde.
We vertrekken pas over een uur.Aber erst noch'ne Frage.
Nog één vraag.
